Waarom we meer mannen voor de klas nodig hebben

Het onderwijs lijkt een probleem te hebben. Uit het trendrapportage van de arbeidsmarkt blijkt dat het aantal mannen dat voor de klas staat slechts 13% in het PO is en 40% in het VO. In hetzelfde rapport valt ook te lezen dat het mannen meer uren werken dan vrouwen. Het schijnt dat slechts 1 op de vier vrouwelijke leerkrachten 0,7 fte of meer werkt, terwijl 75% van de mannelijke leerkrachten werkt 0,7 fte of meer. Meer mannen zorg ook voor een grotere inzetbaarheid van mensen en verlaging van het tekort.

Hoe zorgen we ervoor dat meer mannen kiezen voor een baan in het onderwijs?

Een aantrekkelijker beroep

Er is een hardnekkig beeld dat onderwijs een typisch vrouwelijk beroep is. Dat klopt niet. Het geven van onderwijs vraagt om leiderschap, organisatie en creativiteit. Toch kiezen weinig mannen voor deze sector. Dat komt door verschillende factoren:

• Het beeld dat het salaris niet aantrekkelijk is.
• Er zijn beperkte doorgroeimogelijkheden, eens leerkracht altijd leerkracht.
• Vooroordelen over mannen in de omgang met kinderen spelen mee.

De overheid denkt een oplossing te hebben: de Pabo splitsen in een specialisatie voor jonge en oudere kinderen. Het idee is dat mannen zich meer aangetrokken voelen tot lesgeven aan oudere leerlingen. Maar is dat echt de juiste aanpak? Ik heb mijn twijfels.

De valkuilen van specialisatie

De splitsing kan het lerarentekort juist verergeren. Een docent die alleen bevoegd is voor de bovenbouw, mag niet invallen in de onderbouw. Scholen verliezen zo flexibiliteit. Bovendien ontdekken veel leraren pas tijdens hun opleiding dat lesgeven aan jongere kinderen hen juist goed ligt. Door de keuze vooraf te beperken, ontneem je hen die kans.

Wat werkt wél?

Als we echt meer mannen voor de klas willen, moeten we breder kijken. Een aantal concrete oplossingen:

• Imagoverbetering – Laat zien dat onderwijs een vak is waarin je impact maakt en waar ruimte is voor ontwikkeling.
• Meer autonomie – Geef leraren de vrijheid om hun vak op hun eigen manier vorm te geven.
• Rolmodellen zichtbaar maken – Mannen die al in het onderwijs werken, kunnen anderen inspireren.

Wat is het gevolg?

Stel dat er meer mannen komen, dat is goed voor de diversiteit op de basisscholen. Hoe gaaf zou het zijn;

• Dat discussies nooit meer langer duren dan een schouderduw en een grol.
• Dat stinkbommen in de gymkleedkamer als echte humor worden gezien.
• Dat er altijd buiten wordt gespeeld; ook als het regent.
• Dat sneeuwbalgevechten weer mogen.
• Dat verkeersles gegeven wordt in een Minegraftsetting.
• Dat gesprekjes alleen plaatsvinden als het echt niet anders kan.
• Dat staand werken prima is als dat voor jou wel werkt.
• Dat je jas niet aan hoeft als je naar buiten gaat. Dat…

Ik wil hier natuurlijk niets afdoen aan de kwaliteit die alle vrouwelijke leerkrachten leveren, want zonder hen is het onderwijs helemaal nergens! Ik wil de nadruk leggen op dat er meer mannen gaan werken in het onderwijs.

Dit sluit aan bij wat ik eerder schreef over verbinding en samenwerking (Verbinden is versterken en De kracht van connectie). Door onderwijs aantrekkelijker te maken, trekken we niet alleen meer mannen aan, maar zorgen we voor een beter en evenwichtiger systeem.

Tijd om in actie te komen. Want goed onderwijs is niet gebaat bij hokjesdenken, maar bij diversiteit en kwaliteit. Ga met elkaar de connectie aan en versterk het onderwijs.